Bij gedragstherapie ligt de nadruk op het wijzigen van gedragspatronen die emotionele problemen in stand houden. Bij cognitieve therapie ligt de nadruk op het wijzigen van de manier van denken die patiënten hanteren.
Cognitieve gedragstherapie is sterk gericht op de actualiteit. In de therapie gaat het vooral over moeilijkheden die in het heden spelen. De therapie stoelt op een open en gelijkwaardige samenwerkingsrelatie tussen therapeut en patiënt. De therapeut werkt veel met oefeningen en huiswerk. De behandelingen zijn klacht- of probleemgericht en kortdurend van opzet. De meeste behandelingen nemen tussen de veertien en vijfentwintig sessies in beslag. Bij complexere problematiek (bijvoorbeeld persoonlijkheidsstoornissen) zal de behandeling mogelijk langer dan 25 sessies kunnen duren.
Cognitieve gedragstherapie is een geïntegreerde behandeling die de afgelopen tien tot vijftien jaar is voortgekomen uit gedragstherapie en cognitieve therapie. Uit onderzoek is gebleken dat beide methoden van waarde zijn en dat zij heel goed in combinatie met elkaar kunnen worden toegepast. Binnen deze combinatie, de cognitieve gedragstherapie, ligt de nadruk soms meer op de manier van denken en interpreteren van de patiënt, soms meer op de manier van doen en laten. In andere gevallen werkt men gelijktijdig aan beide aspecten.
De laatste twintig jaar hebben veel vergelijkende onderzoeken uitgewezen dat cognitieve gedragstherapie goed werkt bij allerlei soorten emotionele problematiek, zoals dwangstoornissen, fobieën en paniekstoornissen, alcoholverslaving, depressie, boulimia, psychotische stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, psychosomatische problemen en seksuele problemen.
Bron: NVP
Voor meer informatie over gedrags- en cognitieve therapie kijk op de website van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie (VGCt)